De vis is door de Schepper gemaakt, de visstick door de mens
In deze Inleiding tot een Kleine Theologie van de Veganistische Visstick analyseer ik het proces dat tot de ontwikkeling en de acceptatie van de veganistische visstick heeft geleid. Deze analyse dient als voorbeeld van de analyse van het mechanisme van de moderne voedingstechnologie in het bijzonder en van de moderne op kennistechnologie gebaseerde kapitalistische consumptiemaatschappij in het algemeen. Niet de vegan visstick, maar informatie is daarin het belangrijkste consumptiegoed. Theocratie van de AI is de moderne technocratie, het gezagvolle bewind van de idee van de superintelligentie. AI is opium van het volk.
De belangrijkste actoren in deze analyse zijn: de producent, de technologie, het kapitaal, de consument, de media, de politiek, de begeerte, en de afgunst. Het doel is inzicht in de mechanismen die ons leven beheersen, niet als vreemde krachten die van buiten zouden komen, maar als krachten die gevoed worden vanuit onze natuurlijke dierlijke driften en begeertes. Ik noem deze analyse een Theologie omdat dit technologisch-economisch mechanisme het karakter heeft van een automatisme dat zich aan onze macht onttrekt. Het heeft goddelijke trekken. Deze God gaat van ons uit en keert naar ons terug. Religie is de cultuur van het belijden van het geloof aan de God die ons zal verlossen van al het kwaad en alle ellende hier op aarde. Religie is opium van het volk (K. Marx) en voor het volk.
De vegan visstick
Een Urker visser was op het idee gekomen veganistische visprodukten te maken. Wij horen daar niet van op. Gewend als we zijn aan het fenomeen veganistische worst, de vegan karbonade en de vegan zalmfilet.
Iglo’s Vegetarische Vissticks lijken op gewone vissticks, maar de vulling is niet gemaakt van vis. Ze zijn gemaakt van rijstvlokken en koolzaadolie. De sticks heten ‘vegetarisch’ maar zijn vegan. Ze bevatten geen dierlijke produkten. Vis noemen we het dierlijk produkt dat afkomstig is van de vissen. Vis is de voedingsoort, het resultaat van de ontdekking van het dier, in het bijzonder de diersoort vis, als eetbaar. Vegetariërs eten geen van dieren afkomstige produkten, hetzijn omdat ze principiële problemen hebben met de reduktie van de vis tot een voor de mens eetbaar produkt, hetzij omdat ze bezwaren hebben tegen de wijze waarop de vis geproduceerd, gekweekt, gevist, kortom: verwerkt wordt tot vis.
De vegan visstick is het resultaat van een drietal processen in de voedingstechnologie. Het eerste is het verwerken van ‘verse’ vis (u weet wel die diersoort, zoals brasem, baars en snoek die in het water leeft) tot allerlei visprodukten, waaronder de visstick en de kibbeling, voorgebakken, gepaneerde, gekruide stukjes vis. Voedingstechnologie is gebaseerd op kennis van de factoren en ingediënten die maken dat de mens iets lekker vindt en zich ermee voedt. Van belang zijn de structuur, de smaak en geur en hoe het er uit ziet. Het tweede proces is het creëren van de behoefte bij de potentiële consument. Door reklame via de media moet bij deze de behoefte aan vissticks gekweekt worden. Niet alleen kinderen, ook veel volwassenen houden niet van verse vis. Vissticks en kibbelings zijn de oplossing: hapklare knapperige brokken en toch gezond, want vis. Het derde proces is vervolgens het vervangen van het ‘echte’ vertrouwde visprodukt door de veganistische variant. De natuurlijke basis van het produkt, de vis, waaraan de naam visstick nog herinnert, wordt vervangen door iets plantaardigs (rijst of bloemkool), iets dat acceptabel is voor de moderne, vegetarische en veganistische mens, die houdt van de natuur en die geen levend wezen kwaad wil doen. Een niet onbelangrijk element in de promotie van de vegan visstick is dat het beter is voor het milieu, dan de echte visstick, omdat er voor de vegan visstick geen vis gedood hoeft te worden. De moderne autonome mens wil zo weinig mogelijk van de natuur afhankelijk zijn.
De kritische tv-kok van de commerciële omroep test de veganistische visstick. Hij complimenteert de Urker visser: de smaak, de structuur, de kleur en het uiterlijk van de vegan visstick zijn niet te onderscheiden van die van het echte origineel, de inmiddels ‘traditionele’ visstick. De tv-kok van het consumentenprogramma heeft zijn bijdrage aan de promotie van de vegan visstick met veel toewijding geleverd.
Van visstick naar kennis
Zonder consument kan de producent niet bestaan. De consument die behoefte heeft aan drugs houdt de producent van drugs, en daarmee de illegale drugshandel, in leven. Geen mens heeft een natuurlijke behoefte aan vissticks. Laat staan aan vegan vissticks. Die behoefte moet hem aangepraat worden. De reklametechnologie en de media-industrie hebben de zorg daarvoor op zich genomen. Met informatie, naast energie het belangrijkste economische goed van onze moderne kenniseconomie, is het niet anders dan met vissticks of met drugs. Ook de behoefte aan informatie is niet van nature aanwezig. Nieuwsgierigheid moet gevoed worden. Informatie heeft het kenmerk verslavend te zijn. Wil je iets aan informatie hebben dan moet je altijd meer informatie hebben. Informatie is wezenlijk onvolledig.
Maar, hoor ik u denken, de mens heeft toch behoefte aan kennis. Zeker, maar informatie verhoudt zich tot kennis als de visstick tot voeding. De behoefte te begrijpen is aangeboren, net als de behoefte aan voedsel. Wie kleinkinderen heeft weet dat. De praktijk van het leven vraagt om begrip. Anders dan informatie is begrip iets persoonlijks, iets van jezelf. Begrijpen moet je zelf doen. Het maakt wie je bent, hoe je je tot de werkelijkheid verhoudt en hoe je doet. Onze cultuur, en ons onderwijssysteem als doorgeefluik daarvan, is heel erg gericht op het maken van vissticks, vegan vissticks, op het leveren en het kweken van de behoefte aan informatie. We willen erbij horen en daarom willen we weten wat anderen weten en doen: informatie. We willen zoveel mogelijk privé informatie van anderen, we begeren de ander, uit afgunst, maar we willen onze eigen privacy behouden. Dat heeft net zoveel te maken met onze behoefte aan begrip als de visstick met de behoefte aan voeding. Goed onderwijs is meer dan informatie-overdracht.
Waarom ‘Theologie’?
Theologie is niet de studie van God, want God is geen object, maar van geloof (in goden), van rituelen en religieuze geschriften. Theologie is de studie van voorstellingen van God. Religieuze mensen, theïsten, geloven in (het bestaan van) goden; ze hebben daar voorstellingen van; hun goden komen voor in verhalen.
Regelmatig duikt tegenwoordig de term ‘Theologie van de AI’ op. Kunstmatige intelligentie zal volgens hen die erin geloven in de (nabije) toekomst tot de creatie van superintelligentie leiden. Deze creatie wordt als God beschouwd. Het geloof in AI is een noodzakelijk onderdeel van AI. Noodzakelijk, omdat zonder het geloof erin AI niet werkt. Omgekeerd: de mens gelooft in AI zolang het werkt, dat wil zeggen zolang het functioneert, iets zinvols doet voor de mens. Zodra de mens alles wat AI doet voor zinvol houdt, zuiver en alleen omdat het AI is, dan wordt het geloof in AI een religie en AI een god. Het technische, dat dienstbaar was aan de mens, wordt iets mythisch, religieus, iets waaraan de mens dienstbaar moet zijn.
“What is going to be created will literally be a god,” Anthony Levandowski, the leader of a religion called “Way of the Future” told Wired Magazine. “It’s not a god in the sense that it makes lightning or causes hurricanes. But if there is something a billion times smarter than the smartest human, what else are you going to call it?”
Dit idee van superintelligentie als “datgene wat miljoen keer slimmer is dan de slimste mens” doet denken aan de ontologische godsidee van Anselmus: datgene waarboven niets groter gedacht kan worden.”
De AI-cultus “Way of the Future” behoort inmiddels al weer tot het verleden, maar het zal niet de laatste religie zijn die AI aanbidt. De ondergang ervan roept de vraag op of een AI-god ooit overtuigend kan zijn voor het grote publiek.
Jack Esselink is de zelfbenoemde AI theoloog des Vaderlands. Hij is de eigenaar van Studio Pulpit, een bedrijf dat trainingen en lezingen verzorgt op het gebied van AI, data analyse en ethiek. Eind 2021 heeft hij zijn studie theologie afgerond aan de VU in Amsterdam.
Hij schreef een interessante studie over het fenomeen deepfake. Deepfake zijn een soort van vegan vissticks, maar dan roepen ze geen herinnering op aan vis maar aan mensen. Het zijn fake mensen. Deepfake is net als de op grote taalmodellen (LLMs) gebaseerde technologie van de converserende agenten zoals ChatGPT en sociale robots, een vorm van kunstmatige intelligentie (AI). Namaak, fake intelligentie dus.
“Deepfakes moeten niet worden beschouwd als een nieuwe en geïsoleerde technische categorie, maar als een technologie verpakt in een bredere, sociale context in onze samenleving die bestaande sociologische trends zoals het verminderde vertrouwen in epistemische autoriteiten zal versterken. Deepfakes kunnen en zullen worden bewapend door groepen die extreme overtuigingen (“extreme beliefs”) hebben en moeten worden gezien als de nieuwste technologische manifestatie in het creëren van desinformatie en propaganda” (vertaling uit abstract van Esselinks master thesis)
Die ‘epistemische autoriteiten’ waarvan Esselink hier spreekt zijn de dominee, de schoolmeester en de huisarts. “God is dood” zei Nietzsche. En de techniek is zijn lijk, voegde Harry Mulisch daar aan toe. Die God waarover Nietzsche het had is de metafysische God van de filosofen, God als causa sui. Het is een projectie van de moderne autonome mens (denk aan Marx uitspraak dat religie opium van het volk is). Deze autonome, rationeel denkende mens heeft zijn denkend ik en zijn (taal)gedrag veruitwendigd in de vorm van de ‘denkende machine’, de AI. Dat is een proces van eeuwen geweest, een proces waarin de mens zichzelf, zijn denken en gedragingen opnam, analyseerde en in mathematische modellen vastlegde. Om deze vervolgens in natuurprocessen na te bootsen. De mens heeft zich aangeleerd dat het produktieve, construerende, denken rekenen is. Dat maakte dat de rekenmachines als ‘denkende machines’ steeds meer geaccepteerd werden. Alsof je de behoefte aan verse vis omzet in de behoefte aan vegan vissticks, die kant en klaar uit de machine rollen.
De ontdekking van het fenomeen taal is vergelijkbaar met de ontdekking van vis als eetbaar produkt van menselijke aktiviteit. Taaltechnologie is begonnen met de objectivering van de verklanking van het denken, als taalhandeling, verwoording.
Heeft AI theologie nodig?
In een recent artikel stelt de zelfverklaarde AI Theoloog des Vaderlands dat de AI ‘een goede theologie’ nodig heeft.
AI roept volgens Esselink vooral antropologische vragen op waarbij antwoorden worden gezocht op de vraag wie de mens is en wat de mens uniek maakt. “Daarnaast hebben veel discussies over AI veel verborgen religieuze kenmerken en wordt er gebruikt gemaakt van religieuze taal. Hieruit volgt dat AI niet alleen als een socio-technisch verschijnsel bestudeerd kan worden maar ook als religieus en spiritueel verschijnsel en dat de (christelijke) theologie bronnen heeft die hierbij behulpzaam kunnen zijn. Kortom AI heeft goede theologie broodnodig.”
Wie het over “Theologie van de AI” heeft gaat er mijn inziens vanuit dat AI een bestaande God is. Theologie moet onderscheiden worden van religiewetenschap. Deze laatste bestudeert religie als een sociaal-psychologisch fenomeen dat we aantreffen bij mensen die in een God (zeggen te) geloven. Je kunt geen theologie bedrijven als je niet in God gelooft. Net zo min als je voedingsdeskundige kan worden als je niet in voedsel gelooft.
Volgens mij is AI zoiets als een veganistische visstick, een produkt van een technologische ontwikkeling waarvan we alleen maar kunnen hopen dat deze tot de creatie van steeds zaliger en wonderbaarlijke vissticks zal leiden. Sommige mensen kennen aan de Ideale Visstick goddelijke eigenschappen toe en spreken er in religieuze termen over.
Aan de Theologie als de leer van de openbaringen van God hoop ik met deze Kleine Theologie van de Veganistische Visstick een bijdrage te leveren.
AI is het opium van het volk.
De religieuze verheerlijking van de AI vraagt om een nieuw politiek atheïsme, een opheffing van de theocratische technocratie, zodat de waarde van de mens zelf weer meer tot haar recht kan komen.