Wat wil de vredesbeweging eigenlijk?

In een wereld waarin nationalistische en religieuze wereldmachten handelen op internationale markten heeft ieder lokaal conflict het in zich een internationaal conflict en een oorlog op wereldschaal te worden. Een vredesbeweging zal uiteindelijk, wil zij succesvol zijn, internationaal, een vredesbeweging op wereldschaal, moeten zijn. Maar anders dan het geo-politieke en economische denken en handelen dat uitgaat van de souvereiniteit van de naar onafhankelijkheid strevende wereldmachten die tegenover elkaar staan in hun strijd om hun eigen nationale belangen, zal de vredesbeweging het standpunt van de eigen nationale geo-politieke belangen moeten overstijgen. De recente geschiedenis toont in de ellende, de honger en verwoesting van onschuldige burgerslachtoffers de waarheid van de door technologie en economische belangen gedreven oorlogen en de noodzaak hiervan aan. Ook gezien de beschikbare vernietigingswapens kunnen we ons een oorlog niet meer veroorloven.

De mensen die voor de vrede zijn en tegen de oorlog in Ukraïne en Israël, of waar dan ook, roepen op tot de dialoog. Zij zouden naïef zijn, ze zouden wereldvreemde idealisten zijn die de waarheid van de machtshonger van Poetin en Hamas niet onder ogen willen zien als de oorzaak van het conflict. Een veel gehoord verwijt aan deze naïevelingen is dat ze zouden vergeten dat Rusland ons dwingt om ons verder te bewapenen. Poetin vindt echter dat Rusland zich moet bewapenen tegen de dreiging die van de NATO uitgaat. Zo zouden de Palestijnen Netanyahu dwingen het Palestijnse volk te verdrijven en zouden de joodse kolonisten Hamas dwingen tot terroristische aanslagen tegen de staat Israël. De discussie gaat dan over de kwestie wie de agressor is, wie de historische rechten heeft op een grondgebied.

De kwestie is dan hoeveel geschiedenis we nodig hebben om ons eigen standpunt en handelen te legitimeren. Die geschiedenis wordt voortdurend herschreven al naar gelang het ons uitkomt. Wie voor de vrede strijd moet inderdaad wel wereldvreemd zijn. Hij moet zich distantiëren van een wereld die al eeuwenlang door machts- en vijanddenken gevormd wordt. Hij moet zich distantiëren van de verhalen zoals die door de verschillende partijen worden opgetekend als de ‘ware geschiedenis’.

Waarom is het verwijt aan de vredesbeweging dat ze onze vrijheid zou inleveren wanneer we kiezen voor de dialoog niet geldig? Omdat de strijd van de vredesbeweging noodzakelijk een strijd op wereldschaal moet zijn, in die zin dat ze de nationalistische geo-politieke belangen die in de oorlogen worden uitgevochten wil overstijgen. De vredesbeweging moet in die zin een wereldomvattende vredebeweging zijn wil ze succesvol zijn. De oproep tot het stoppen van de oorlogshandelingen en tot een dialoog is niet alleen een oproep aan de ‘eigen’ nationale machthebbers, het is een oproep aan alle partijen in het conflict, aan Poetin, net zo goed als aan Netanyahu, aan Hamas net zo goed als aan de westerse staten, de arabische staten en de aziatische staten. De strijd van de vredebeweging in Nederland is net zo goed een strijd tegen de macht van het militarisme in Nederland en in de EU als tegen de macht van het zelfde militarisme in Noord-Amerika, in Rusland, China, India, Turkije of in Afrika. Evenzo is de strijd van de vredebeweging in Rusland tegen de oorlog van Poetin ook een strijd tegen de militarisering van de westerse economieën. Het is één en dezelfde strijd, één en dezelfde vredesbeweging met een doel dat alle nationalistische belangen en iedere door nationale belangen gestuurde interpretatie van de geschiedenis, die die belangen moet legitimeren, overstijgt.

Het alternatief is de voortzetting van de huidige situatie, van de alles verwoestende oorlogen, waarin met steeds geavanceerdere wapens natuur en cultuur worden vernietigt en haat wordt gezaaid in de harten van de slachtoffers. Er is vanuit het heeersende denken geen zicht op het einde van de oorlog. Dit denken stort zich in de diepe ellende van een eeuwigdurende oorlog. Een oorlog die een eind maakt aan de oorlog bestaat niet.

We leven in één wereld, we hebben maar één aarde, we delen dezelfde werkelijkheid. Alleen de dialoog kan leiden tot een werkelijke wereldgemeenschap waarin het besef doordringt dat al die historische verhalen, al die eigen nationale en religieuze interpretaties van de geschiedenis die we als legitimatie gebruiken voor onze eigen belangen en waaraan we onze identiteit ontlenen, dat deze verhalen onderdelen zijn van één wereldgeschiedenis, van onze geschiedenis waarin niemand, geen volk, geen ras, geen natie, is uitgesloten.

De gedachte die al te makkelijk in ons opkomt, de gedachte: ‘ja, maar als ik me niet bewapen, dan geef ik me over aan de vijand’, die gedachte moeten we te vuur en te zwaard bestrijden. Niet door er blind voor te zijn, maar door ons af te vragen wat er achter die gedachte schuil gaat. We zien dan dat deze uitgaat van een situatie, een wijze van denken, waaruit we ons juist willen bevrijden; een situatie waarin beide partijen elkaar dodelijk omklemmen in een strijd om de macht. Alleen het besef dat deze strijd noodzakelijk zal eindigen in de dood van beide (elk ontleent zijn eigen waarde aan de strijd tegen de ander – we hebben ons in die zin al overgegeven aan de vijand) moet tot het inzicht leiden dat het anders moet, dat we anders moeten leren denken, dat we ons van het denken dat beheerst wordt door vijandbeelden moeten bevrijden. Onze vrijheid kunnen we slechts realiseren als vrijheid van allen. Daarom moet de vredesbeweging noodzakelijk wereldomvattend zijn en ieder nationaal belang overstijgen.

De recente (22 maart 2024) verschrikkelijke terroristische aanslag op een theater in Moskou werd door een tak van IS (Islamitische Staat) opgeëist. Poetin presenteerde voor zijn volk zijn eigen visie op het gebeuren: de aanslag zou door Oekraïne, de eerste en voornaamste aktuele vijand van Rusland, zijn ondersteund. Zo werkt het denken van de strijdende partijen. Kan deze door IS geclaimde aanslag niet tot een toenadering van het Westen en Rusland leiden wanneer ze zien dat ze in IS een gezamenlijke vijand hebben? Zo was de gedachte. Inderdaad, werkt het soms zo, dat twee strijdende partijen zich verenigen wanneer een derde partij zich als gezamenlijke vijand opvoert. Maar deze gedachte behoort tot het bestaande militaristische vijanddenken. Het verplaatst de oorlog van het ene toneel naar het andere. Alsof een oorlog tegen IS een betere oorlog zou zijn, een strijd met een hoger doel. Is het misschien de uitzichtloosheid van de oorlog tussen Ukraïne en Rusland waaruit de wens IS als gezamenlijke vijand te zien voorkomt? Wie afstand neemt van dit vijanddenken ziet in dat de belangrijkste gezamenlijke vijand van de oorlogvoerende partijen de oorlog zelf is. Dat wil zeggen dat niet een bepaalde concrete nationale, politieke of religieuze groepering de vijand is die ons verenigt, maar dat het die manier van denken, die leidt tot het verabsoluteren van in het verleden ontstane vijandbeelden, de gezamenlijke vijand is van de mensheid. De vredesbeweging is de wereldomvattende strijd tegen onze gezamenlijke vijand die de oorlog is.

De tien standaard elementaire principes van de oorlogspropaganda, of: waarom wij aan de goed kant van de geschiedenis staan.

Anne Morelli formuleerde tien propagandaregels die gehanteerd worden door oorlogvoerende partijen.

 1.            Wij willen geen oorlog.
 2.            Het andere kamp is de enige verantwoordelijke voor de oorlog.
 3.            De vijandelijke leider lijkt op de duivel (of de ‘griezel van dienst’).
 4.            Wij verdedigen een nobele zaak, geen particuliere belangen.
 5.            De vijand begaat bewust wreedheden; wij onopzettelijke blunders.
 6.            De vijand gebruikt illegale wapens.
 7.            Wij lijden zeer weinig verliezen, de verliezen van de vijand zijn enorm.
 8.            Kunstenaars en intellectuelen steunen onze zaak.
 9.            Onze zaak is heilig.
10.            Wie aan onze zaak twijfelt, is een verrader.

Tien principes die handig zijn bij het doorprikken van alle oorlogspropaganda. Ze keren bij iedere oorlog terug en worden door beide strijdende partijen gehanteerd. (bron: pvda.be, de website van de Belgische Partij van de Arbeid).

De PVDA in België veroordeelt de Russische militaire interventie in Oekraïne. “Maar we benadrukken ook dat de strategie van de NAVO bijdraagt aan de toenemende spanningen.”

“Wie niet voor ons is, is tegen ons. Die redenering wordt vaak gemaakt in oorlogstijd.” Een variant daarvan is: wie tegen onze bewapening is, is tegen ons en dus voor de vijand. Ook onzin.

Published by

admin

Rieks op den Akker was onderzoeker en docent kunstmatige intelligentie, wiskunde en informatica aan de Universiteit Twente. Hij is gepensioneerd.

Leave a Reply