Over de kastanjes en het vuur

Bij de jaarlijkse buurtbarbekju kwam, nadat de lokale nieuwtjes waren uitgewisseld, het gesprek op de politiek. De stem van Trump en Rutte – we zaten midden in de NAVO top in Den Haag – weerklonk rond de rijk beladen tafels met salades, worstjes en karbonaatjes. “Als we vrede willen moeten we ons herbewapenen. We hebben veels te lang onze defensie uitgehold. Binnenkort staat die gek van een Putin voor de deur.” Maar, uitte een van de grootvaders in het gezelschap zijn bezorgheid: ik sta niet te springen als onze kleinzoon straks de loopgraven in moet. Sterker nog: ik zal tegen hem zeggen: “doe het niet.” Maar ja, wie haalt dan de kastanjes uit het vuur? Een dilemma.

Er kwamen herinneringen los over ooms, neven en buurmannen van tantes die de oorlog hadden overleefd omdat ze geweigerd, toen ze opgeroepen werden om tegen de Duitsers te vechten. Terwijl die en die, weet je nog?, al na een paar dagen aan het front weer terugkeerden, dood. Kansloos. Iemand vertelde gehoord te hebben dat wel vijftig procent van de mannen die naar het front werden gestuurd, weigerden te schieten als het erop aan kwam. Die maakten rechtsomkeert. Of het de waarheid is of de drank, ik weet het niet. Maar het dilemma bleef boven het gezelschap hangen.

Het vuur dat is de strijd in de loopgraven. De kastanjes dat is ‘onze vrijheid’.

Het verhaal gaat dat toen bleek dat een kleine meerderheid, maar toch: een meerderheid, van de Amerikaanse kiezers hun stem had uitbracht op hun held, de anti-democratische republikein Trump, de wereld voor even met een schok stilstond. Alsof de geschiedenis, als een schaakspeler, even wachtte op het moment dat ze een inval kreeg welke zet het moest worden.

De vergelijking tussen de vrijheid van de geschiedenis met de keuzevrijheid die de schaker heeft, gaat mank. In het schaakspel zijn er op elk moment slechts een door de spelregels vooraf gegeven aantal mogelijkheden voor de volgende stap. Bovendien is precies vastgelegd wat het succescriterium is: wie wanneer wint en wie verliest, dat ligt van te voren vast. Het probleem waar de politiek strateeg die de loop van de geschiedenis bepaalt mee zit is om het strijdveld van mogelijkheden op het moment suprême te overzien. De ‘suspense’ die aan de in vrijheid genomen beslissing voorafgaat betreft de twijfel die de strateeg overvalt in het besef dat hij een mogelijkheid over het hoofd ziet, de angst voor het gapende gat van de onzekere toekomst.

Nu Trump besloot dat Europa haar eigen boontjes moet doppen, zien de militairen van het oude land eindelijk hun kans schoon om het verroeste wapenarsenaal door nieuwe technologie te vervangen. Al te lang is er bezuinigd op defensie. De wapenindustrie vaart er wel bij. De Chinezen, de Russen, de Amerikanen, de Europeanen, ze hebben één ding gemeen: ze strijden met dezelfde wapens. Drones, rakketten en munitie kun je aan alle partijen in het conflict verkopen. De Russen, de Israëliers, de Europeanen; iedereen wil wapens en niemand heeft er ooit genoeg van. Het is onvoorstelbaar hoeveel drones en raketten alleen al in de oorlog tussen Rusland en Oekraïene zijn afgeschoten. Volgens een Russische dronefabrikant verbruikt het leger dagelijks tussen de 2.000 en 3.000 FPV- en tactische drones aan het front.  (FVP= First Person View, een piloot stuurt de drone via een life video-verbinding. Bron: dronewatch.nl) Ook Oekraïene verbruikt dagelijks duizenden drones.

Geen oorlog wordt gevoerd door de koning en de strategen zelf. Om het volk bij de geopolitieke strijd om het land, de energie en de grondstoffen te betrekken moet de Militaire Dienstplicht weer uit de mottenballen. Per slot van rekening: wie heeft er geen behoefte aan litium, grondstof voor zijn mobiele telefoon? Dat spul groeit echt niet in de Hollandse blubber. Je moet iets over hebben voor je vrijheid, voor je verslaving aan de sociale media. Onder de wapenen!

Uit een recent onderzoek bleek dat het aantal mensen dat voor een Europees leger is groeit. Ook vindt volgens een NOS onderzoek “een kwart van het Nederlandse volk dat Nederland al zelf militairen naar Oekraïene moet sturen om te helpen in de oorlog tegen Rusland. Het hoogste aantal sinds het begin van de oorlog.” (NOS-nieuws, 26-02-2025)

Dit aantal zal, mede door de mimetische werking van opinie-uitslagen zeker nog wel even groeien. Zoals de mens begeert wat de ander begeert, zo stemt de mens wat het volk stemt.

Wat ook blijkt uit het opinie-onderzoek is dat er weinig bereid is om zelf in dienst te gaan als Nederland of een ander EU-land wordt aangevallen. De meesten mensen vinden dat de ander de kastanjes maar uit het vuur moet halen, om te zorgen voor de noodzakelijke grondstoffen voor zijn mobieltje. Hoewel er ook jongeren zijn die zich aanmelden bij defensie omdat ze daarin een zinvolle invulling van hun leven denken te vinden.

Met de nieuwe inwerkingtreding van de Militaire Dienstplicht zal ook de wettelijke mogelijkheid dienst te weigeren weer geïmplementeerd moeten worden. Dan komt voor velen de vraag aan de orde welke wissel op de toekomst hij of zij zal nemen. Hoe aantrekkelijk een baantje bij defensie ook wordt voorgesteld, het is niet vanzelfsprekend de militaire dienst in te gaan.

We doen de dienstweigeraar te kort als we zeggen dat ze anderen ‘de kastanjes uit het vuur’ laten halen. Of, nog erger: dat ze de vijand in de kaart spelen en landverraad plegen. Een oorlog is een politieke strijd tussen staten, tussen troepen, niet tussen personen. We kennen ‘onze vijand’ niet. Tegen wie vechten we eigenlijk? De afstand tussen het persoonlijk conflict, oog om oog, en de moderne blinde geopolitieke oorlog is onvoorstelbaar groot. Het persoonlijke en het politieke zijn van geheel verschillende orde.

De russen die in Oekraïene de boel plat gooien zijn al eerder een grens overgestoken. Al dan niet gedwongen. Hier zegt men: ze worden gedwongen. Ze zijn niet meer de vaders en zonen, die ze thuis waren. Ze zijn veranderd, aangevuurd door oorlogspropaganda, in onherkenbare militairen, onderdelen van een oorlogsmachinerie.

Hoe krijg je de burger zo ver dat hij deze grens oversteekt? Mimese speelt een belangrijke rol. De overheid komt met reklamespotjes waarin rolmodellen, sportieve jonge mensen, bekwaam in het hanteren van de nieuwste technische snufjes, die onze jeugd verleiden tot een opleiding en een carriëre bij defensie. Het is een vals beeld van de werkelijkheid waar het uiteindelijk om gaat, de verwoestende, oorverdovende strijd tegen een vijand die je niet kent.

De dienstweigeraar weigert deze grens over te gaan. Een grens die al te makkelijk wordt overschreden. Hij weigert niet uit lafheid. Maar uit inzicht in de mensonwaardigheid van de wereld aan de andere kant van de grens, een wereld waar dood en vernietiging heerst. De wereld waarvan we dagelijks de beelden zien. Gaza, Oekraiëne. Een wereld waarin de bevolking geofferd wordt voor de nationalistische geo-politieke belangen van de staatshoofden. We kennen ze nu als Trump, Putin, Netanyahu, maar ze zijn van alle tijden. Staatslieden die door middel van propaganda, geschiedvervalsingen en geweld de mensen voor hun belangen trachten te winnen door te zeggen dat het voor het belang van het volk zelf is. Door de mensen bang te maken voor de ander, ‘de vijand’, die hun vrijheid zou bedreigen, waardoor ze zich onveilig, bedreigd, gaan voelen om vervolgens dat gevoel van onveiligheid en bedreigd worden aan te wenden als motief voor meer defensie-uitgaven.

Een politiek die gebaseerd is op abstracte, zuiver negatieve tegenstellingen: ‘wij zijn goed en zij zijn slecht’, is niet mijn politiek. We zullen moeten leren leven in het besef dat wij voor de ander de ander zijn en dat de anderen ook een wij zijn.

Het zou blind idealisme zijn. “Doe niet zo dom en naief. Kijk naar de geschiedenis.” Maar is het niet veel dommer de geschiedenis alsmaar te herhalen en er geen lessen uit te leren?

De democraat en de sofist

Als de meerderheid van een volk op democratische wijze tegen de democratie en voor een autocratie stemt, moeten we dan niet toegeven aan de meerderheid?

De sofist probeert valse waarheden aan de man te brengen door spitsvondige drogredeneringen. Zo daagt de Sofist hij die gelooft in de almacht van God uit met de vraag of Hij een steen kan maken die Hij niet op kan tillen.

Met bovenstaande spitsvondigheid daagt de sofist Wierd Duk op social media de idee democratie uit.

Waar de sofist met deze drogredenering op wijst, is dat weliswaar het meerderheidsprincipe een kenmerk is van de democratie, maar dat we de democratische idee niet moeten reduceren tot de regel dat de meerderheid van het volk over de toekomst van het volk beslist.

De abstracte vorm van het meerderheidsprincipe wordt in deze valse waarheid strict gescheiden van de inhoud van de democratische idee. Zo’n abstracte tegenoverstelling, de sofisten zijn daar een kei in, leidt tot paradoxen. Een bekende paradox is de leugenaarsparadox: de Cretenzer die zegt alle Cretenzers liegen. Spreekt hij de waarheid? Volgens de sofistische drogredenering zou de democratie zichzelf volgens haar eigen principe om zeep kunnen brengen.

Een democraat zal echter nooit een stem uitbrengen vóór een stelling die inhoudelijk tégen de democratische idee indruist.

De democratische idee is gebaseerd op de idee van vrijheid. Niet alleen op de idee van de persoonlijke wilsvrijheid, die we niet moeten verengen tot keuzevrijheid. De inhoud van de wil, dat wat gewild wordt, moet overeenkomen met de idee van vrijheid. De democraat wil niet alleen de vrijheid van hemzelf realiseren en beschermen, en niet alleen de vrijheid van de meerderheid, maar de vrijheid van allen. In een werkelijkheid met soms tegenstrijdige belangen zal er door redelijk overleg op rechtsstatelijke wijze besloten worden. De meerderheid heeft de democratische plicht zoveel mogelijk de meningen van minderheden te respecteren. Ook dat hoort tot de inhoud van de democratische idee. Een democratische natie is een rechtsstaat. Rationaliteit komt tot uitdrukking in de eis dat redelijk overleg wordt gevoerd over de politieke middelen én over de middelen hoe deze te realiseren. Het publieke debat is wezenlijk voor het verwerkelijken van de democratische rechtsstaat.

Een natie waarin de idee van democratie verengd wordt tot het tellen van stemmen en sofistische stemmingmakerij levert zichzelf over aan autocraten.

Het is verontrustend te zien hoe in Nederland en in veel Europese landen de stem van het volk steeds meer wordt bepaald door stemmingmakerij en anti-democratische retoriek.

Van wie zijn onze gesprekken? – over eigendom en de mythe van de machtige blanke mannen

Religie is wat de armen ervan weerhoudt de rijken te vermoorden. (Napoleon Bonaparte)

“Daar zijn ze vast niet eerlijk aan gekomen”, zei Hans toen we eens langs een grote villa reden. Die mooie villa’s en landgoeden hier in Enschede en omgeving hebben we te danken aan de rijke textielbaronnen. Nu zijn ze vaak het bezit van dure accountancy en advocaten-kantoren, vennootschappen. Hans was een eenvoudige meubelmaker die een hekel had aan dure lui. Hij leek me een echte PvdA-er, misschien zelfs wel een SP-er. Maar over politiek praatten we niet als we samen naar het voetbal gingen.

‘Eigendom is diefstal’, zei de negentiende-eeuwse socialist Pierre Joseph Proudhon. Ik weet niet of Hans zover zou gaan, maar dat hij mensen die veel geld en goederen bezaten wantrouwde, dat was wel duidelijk. Proudhon vond het anarchisme uit en keerde zich tegen het kapitalisme. In 1840 werd zijn boek Qu’est-ce que la propriété? gepubliceerd. Op die vraag, ‘wat is eigendom?’, antwoordde hij met de stelling: la propriété c’est le vol, ‘eigendom is diefstal’. Hij baseerde dit op een economische analyse van de arbeid. Arbeid doe je in een collectief, net als voetballen, en dat collectieve van de arbeid maakt dat het zich toe-eigenen van het product van die arbeid door de kapitalistische ondernemers onrechtvaardig is. De kapitalist bouwt, voortgestuwd door de technische vooruitgang, zijn private eigendom op uit winsten uit arbeid. Proudhon pleitte dan ook voor afschaffing van de private eigendom. Maar tegen privébezit was hij niet. Ook Hans mag best een eigen tuin en huis bezitten.

Ik moest aan die uitspraak van mijn voetbalmaatje Hans denken toen ik de Vloek van Big Tech las. De rechtsgeleerde Reijer Passchier analyseert daarin het moderne westerse eigendomsrecht (Uitgeverij Boom, 2024).

Dankzij het moderne eigendomsrecht, vanaf het begin van de 19de eeuw, en de sociaal-technologische omstandigheden (de economische afhankelijkheid van ICT en AI) konden enkele individuen, “als private mega-eigenaar zeer grote hoeveelheden exclusieve beschikkingsmacht over produktieve goederen en informatie concentreren en daarmee de facto een zekere statelijke macht uitoefenen”. (Passchier, p. 105).

Die statelijke macht is zo groot geworden dat volgens velen Big Tech onze democratieën dreigen te ondermijnen. Ze vormen een souvereine staat naast en tegenover de natiestaat. Hoe komt dat? Waaruit bestaat die macht? En wat is een democratie?

Volgens sommigen is kenmerkend voor democratie het meerderheidsbeginsel, het beginsel dat politieke beslissingen genomen worden op basis van een meerderheid van stemmen en dat iedere volwassen burger evenveel stemrecht heeft. Volgens anderen is democratie wezenlijk gebaseerd op het principe van vrijheid. Ook de vrijheden van de minderheden moeten door de meerderheid gerespecteerd worden. Democratie is gekoppeld aan de algemene gelding van de wet. Het recht is ervoor te zorgen dat de uitoefening van de vrijheid van de één niet in conflict komt met de vrijheid van de ander. Dat is gebaseerd op redelijke bemiddeling.

Wie democratie verengt tot het tellen van stemmen bij de verkiezingen moet zich afvragen wat die stem inhoudt en hoe de stemkeuze van de individuele kiezer tot stand komt. Daarbij is informatie een belangrijke factor. Om een verantwoorde keuze te maken moet je immers goed geinformeerd zijn. En in het beschikbaar stellen van informatie en het vormen van een mening over de politieke kwesties die in een samenleving aan de orde zijn, spelen de media een grote rol. En daar oefent Big Tech die de (sociale) media beheersen haar macht uit. Deze macht is gebaseerd op de private eigendom van de moderne ‘produktiemiddelen’, waarvoor informatie een belangrijke grondstof is. In de hybride economieën zijn energie en informatie de twee essentiële grondstoffen. De burgerlijke democratie zoals we die in Nederland kennen is gebaseerd op de macht van het grootkapitaal.

Kun je mensen hun stemrecht ontzeggen als ze niet vrij zijn in hun keuze voor een bepaalde partij? Het uitsluiten van stemrecht van bepaalde groepen, zoals: slaven, vrouwen, bedienden, armen, door de machthebbende elite is van alle tijden. In Vrijheid, een woelige geschiedenis (2021) beschrijft historica Annelien de Dijn de strijd tussen verschillende visies op vrijheid en democratie, waarbij de Atlantische revolutionairen teruggrepen op ideeën uit de klassieke Griekse culturen. De Amerikaanse opstand tegen Groot-Brittanië (Virginia, 1775) was het begin van een vloedgolf die uiteindelijk de hele Atlantische wereld zou overspoelen. ‘Vrijheid of de dood’ was het motto van de opstand tegen het moederland, een opstand die begon als verzet tegen de door de Britse koning George III opgelegde importheffingen! (Vrijheid, p. 214 e.v.). Heden ten dage probeert de nieuwe elite, de oligarchen van Amerika, de macht te behouden. Nu gaat het om de wereldmacht waarbij de Verenigde Staten de rol van het ooit zo machtige Britse wereldrijk heeft overgenomen.

Alles kun je kopen voor geld. Grootkapitalisten als Elon Musk betaalden burgers om op presidentkandidaat Trump te stemmen. Kunnen we iets doen tegen de overmacht van Big Tech? Privaat eigendom wordt door allerlei wetgeving gelegaliseerd. Het idee komt niet uit de lucht vallen. Daar is een lang historisch proces aan voorafgegaan. Voor ons is privé eigendom van wezenlijk belang om een zelfstandig leven te leiden. De basis ervan is het zelfbeschikkingsrecht. Maar het eigendomsrecht is niet absoluut (Zie: Over de Linden en Ryngaert, 2022). Het private eigendomsrecht is evenals de moderne kapitaalvennootschap (BVs, NVs) een juridische constructie. Een kapitaalvennootschap is een rechtspersoon waarbij vermogen bijeen wordt gebracht door deelnemers in het kapitaal van de vennootschap. Ze krijgen in ruil daarvoor aandelen. De aandeelhouder is niet aansprakelijk voor de schulden van de naamloze of besloten vennootschap.

Zo is het eigendomsrecht van de vennootschap abstract geworden. De macht van dit recht wordt in de uitoefening ervan beperkt waar de vrijheid van mensen in het geding is. Waar de controle over de informatievoorziening, de controle over de beeldvorming in handen is van een paar grote kapitalisten, daar is de vrijheid in het geding en daarmee de democratie die op het principe van vrijheid gebouwd is.

Typische kenmerk van de BV’s en NV’s, de nieuwe rechtspersonen, is dat in deze abstracte juridische constructies het eigendom van de natuurlijke persoon wordt afgescheiden van de vennootschap. Het privé eigendom wordt beschermd en daarmee dreigt de persoonlijke morele verantwoordelijk voor de aktiviteiten van de onderneming te verworden tot een formaliteit. Zoals niemand formeel persoonlijk verantwoordelijk is voor de daden van de souvereine Staat, zo is niemand verantwoordelijk voor de aktiviteiten van de onderneming. Deze ligt bij de aandeelhouders en de directie, die vaak ver verwijderd zijn van de fysieke gevolgen van de ondernemingsaktiviteiten op de omgeving en van de invloed op de samenleving. Via de juridische constructie van de holding is er nog weer een grotere afstand ontstaan tussen de werkmaatschappijen waar het eigenlijke produkt wordt gemaakt en de eigenaren die het beheer hebben. Een holding bv heeft als doel het houden van bezittingen, zoals aandelen in een of meer andere bv’s, een bedrijfspand of winst. 

Passchier richt zijn pijlen op de nieuwe oligarchen van de Big Tech, zoals Elon Musk en Mark Zuckerberg, wiens bedrijven zich schuldig maken aan het privatiseren van publiek eigendom, big data. Ze hebben zoveel macht dat van een nieuwe vorm van feodalisme sprake is. ‘Digitaal feodalisme’, omdat hun politieke macht voortkomt uit bezit van digitale technologie gebaseerd op big data. Ik zeg ‘privatisering van publiek eigendom’, want van wie zijn die ‘big data’? Van wie zijn onze gesprekken, onze gebaren? Van wie is de taaldata waarop AI systemen als ChatGPT gebouwd zijn?

De nieuwe oligarchen financieren met de winsten uit ‘gestolen eigendommen’ criminele, ondermijnende activiteiten. Dat het recht op privé eigendom niet absoluut is blijkt bijvoorbeeld waar de Nederlandse staat en de EU in staat bleken beslag te leggen op de eigendommen van Russische oligarchen na de ‘militaire operatie’ van Poetin in Oekraïne. De Nederlandse Wet Confiscatie Criminele Goederen maakt confiscatie van deze eigendommen door de Nederlandse Staat juridisch mogelijk. De juristen Over de Linden en Ruyngaert zien vooral kansen via ‘non conviction based confiscation’ van eigendommen van Russische oligarchen, voor zover deze gelinkt kunnen worden aan bepaalde misdrijven. Dat betekent dat confiscatie kan plaats vinden zonder dat schuld aan criminele praktijken bewezen is. Waarom zouden de Nederlandse Staat en de EU de eigendommen van Musk niet kunnen confisceren? Dat kan in zoverre het aannemelijk is te maken dat deze mannen de vrijheid van de burgers van democratieën bedreigen.

Volgens Marx zou met de volledige automatisering van de produktie de westerse mens het Rijk der Vrijheid binnen kunnen treden. Het heeft er alle schijn van dat deze voorspelling van de 19de eeuwse econoom en filosoof niet uit zal komen. Ook zou de emancipatie van de burger het einde van de religie, opium van het volk, betekenen en dit zou tevens de oplossing zijn voor het ‘jodenvraagstuk’. De arbeider zou zich bevrijden van het juk van het grootkapitaal en de produktiemiddelen zouden in handen komen van de communistische staat, en daarmee in zekere zin van het volk zelf.

Het heeft niet zo mogen zijn. De ontwikkeling van de technologie zou heel anders uitpakken. Natuurlijk, ondernemers als Henry Ford zorgden ervoor dat door verregaande mechanisering van de produktielijnen voor velen arbeidstijdverkortingen mogelijk werden. Ook de lopendebandwerker kon een auto kopen. Het is het begin van de vrije tijd en de nieuwe industrie van de vrijetijdbesteding. De consumptiemaatschappij kent echter nieuwe vormen van verslaving. Behoeften moet gecreëerd worden. De mens heeft een natuurlijke behoefte aan voedsel, maar niet aan Calvé pindakaas; een natuurlijke behoefte aan contact met anderen, maar niet aan een mobiele telefoon van Apple. Identiteit wordt bepaald door wat je hebt. Zeg me wat voor auto je rijdt en ik zeg je wie je bent. Informatie werd het nieuwe opium van het volk. Hoe meer informatie je hebt des te meer behoefte heb je aan meer informatie. De sociale media werden het publieke domein van een nieuwe volksreligie. Een burgerplatform, waarop het volk zich kon vermaken door elkaar de maat te nemen of te liken. Dit alles onder regie van het nieuwe grootkapitaal, de Big Tech bedrijven. Zij beheersen de communicatiekanalen en bepalen wie wanneer wat te zien of te horen krijgt. Ze beïnvloeden de kiezers bij verkiezingen zodat ze stemmen op partijen die de belangen van het kapitaal dienen. De reklame werd onderdeel van de kapitalistische behoeftenproduktiemachine waarmee een oneindige hoeveelheid nieuwe gebruiksartikelen aan de man werd gebracht.

Meredith Whittaker, co-founder van het AI Now Institute, dat onderzoek doet naar de impact van AI op de samenleving, vergelijkt de macht van Big Tech met die van het militair-industriëel complex ten tijde van de koude oorlog.

“Today, the tech industry is facing mounting regulatory pressure, and is increasing its efforts to create tech-positive narratives and to silence and sideline critics in much the same way the U.S. military and its allies did in the past.” (Whittaker, 2021)

De macht van de grote industriële AI-bedrijven ontleent ze niet aan grote technische of wetenschappelijke doorbraken, maar aan de concentratie van het bezit van grote hoeveelheden data en rekencapaciteit.

“In considering how to tackle this onslaught of industrial AI, we must first recognize that the “advances” in AI celebrated over the past decade were not due to fundamental scientific breakthroughs in AI techniques. They were and are primarily the product of significantly concentrated data and compute resources that reside in the hands of a few large tech corporations.” (Whittaker)

.”… the centralized power of a handful of surveillance companies that are now also the AI companies, which resulted in the dependence of governments on these companies for surveillance for infrastructure, effectively outsourcing many of what we assume are the core functions of government. It created actors that now have, in many ways, more geopolitical power than individual nation-states.” zegt Whittaker in een interview in Politico.

Big Tech heeft via het beschikbaar stellen van financiering in toenemende mate invloed op het wetenschappelijk onderzoek dat gedaan wordt. Het onderzoek beperkt zich tot het maken van ‘foundation models’ voor de AI technologie, een nieuwe term voor de datamodellen zoals de LLM’s van ChatGPT.

Het westerse eigendomsrecht kreeg haar gestalte na de Franse Revolutie. Marx zag al dat de zogenaamde ‘droits de l’homme’ uit 1789 slechts toekomen aan de mens als lid van de Burgerlijke Samenleving. En dat betekent volgens Marx aan de egoïstische mens, de mens die van de solidaire samenleving is afgescheiden (zie Marx’ Zur Judenfrage, zie ook Meuwissen, Recht en Vrijheid, Het Spectrum, 1982). De vrijheidsrechten waarop de moderne eigendomsrechten gebaseerd zijn, en die tot uitdrukking zijn gekomen in de BV’s en NV’s, de ondernemingen als rechtspersoon, hebben slechts betrekking op het geïsoleerde en afgezondere individu. Daar is de erkenning van de privé-eigendom op gebaseerd. Rechtszekerheid houdt het egoïsme van iedereen in stand. Iedereen kan zijn eigen privé-belangen behartigen.

Dit individuele eigendomsrecht is de oerbron van Big Tech (Passchier). Daarbij moeten we het supra-nationale en principieel a-morele karakter van de moderne technologie, met als summun de AI, de kunstmatige intelligentie, niet vergeten. Het is de ICT, de technologie van de technologie, die samen met de mediatechnologie, gesteund door de juridische constructies van de moderne kapitaalvennootschappen die Big Tech mogelijk hebben gemaakt. De bedreiging van de moderne democratie komt voort uit de verlichte schoot van de democratische rechtsstaat als bescherming van de vrijheid van de individuele burger met zijn privé belangen.

De westerse markteconomie waar Marx en Hegel het over hadden bleek onderdeel te zijn van een wereldeconomie. De kapitaalvergroting in Europa en de VS ging ten koste van economieën in Azië en Afrika. Internationaal opererende ondernemingen gingen de arbeidsmarkten beheersen, zonder zich iets aan te trekken van nationale grenzen en regels. Fabrieken werden verplaatst naar lagelonenlanden of goedkope arbeidskrachten werden aangetrokken om onder slechte omstandigheden het werk te doen dat de westerse blanke mens niet wilde doen. Ondertussen voeren naties als onderdeel van hun geopolitiek verwoestende oorlogen om hun energievoorraaden en grondstoffen voor het instandhouden van de consumptie veilig te stellen. Onherstelbare schade wordt aangericht aan de natuur. Klimaatverandering leidt tot armoede en migratie in grote delen van Afrika en Azië.

In het licht van Marx’ mislukte poging door middel van een communistsiche revolutie een einde te maken aan de kapitalistische uitbuiting van de arbeiders is het interessant te zien dat Passchier een mogelijke remedie tegen de macht van Big Tech ziet in een ‘kapitalistische revolutie’. Het idee van zo’n revolutie leent hij van Kelso. Varianten ervan staan bekend als ‘property owning democracry‘. Passchier wijst een communistisch staatskapitalisme resoluuut van de hand. De idee is simpel gezegd dat iedereen kapitalist wordt. Iedereen moet eigenaar worden van de produktiemiddelen. Waarom zou niet iedereen kapitalist kunnen worden? vraagt Passchier zich af. Ik vraag me af of Kelso’s idee niet gebaseerd is op dezelfde idealistische aanname waar ook Marx vanuit ging. Passchier citeert Kelso:

Let us, then, for one more moment of projection, imagine a society in which machines do all or most of the mechanical work that must be done to provide the wealth necessary both for subsisence and for civilization.‘ (Passchier, p. 198)

De mens die uit het arbeidsproces wordt gestoten is echter niet zo gelukkig als Marx en anderen zich voorstelden. Concrete arbeid is niet hetzelfde als de abstracte arbeid waar Marx het over heeft. De abstracte arbeid is de bijdrage van de arbeider aan de produktie van goederen volgens door anderen uitgedachte procedures. Die abstracte arbeid is vanwege haar abstracte, zuiver functionele, economische, karakter te automatiseren. Betrokkenheid bij het arbeidsproces als invulling van een gemeenschapsleven is iets heel anders. Die betrokkenheid naar iedere eigen vermogen en inzicht is iets wat de autonome mens zich niet laat afnemen. Passchiers en Kelso’s voorstel gaat te veel uit van de gedachte dat gedeeld eigendom van de produktiemiddelen op zich een medicijn is tegen de macht van Big Tech. Maar hoe dan? Hoe kunnen we de onder de macht van Big Tech uit?

Misschien helpt een beter, nieuw, begrip van eigendom en eigendomsrecht.

De macht van Big Tech berust op een mythe, die religieus aandoet. De mythe van de rijken der aarde. Een mythe die in stand wordt gehouden door ons, de burgers, zelf, door verheerlijking van de rijkdom, door de maandelijkse lijstjes in tijdschriften als Quote. De mythe verbindt het verkrijgen van rijkdom met een overtrokken hyped techno-optimisme, het geloof in een zorgeloze toekomst door nieuwe technologie.

Voor alle mensen met ambitieondernemer of ondernemend, is Quote een bijbel. Sta je d’r in, dan tel je mee. Quote maakt dromen waar en biedt een podium aan eenieder die rondloopt met een veelbelovende business case. Denk groot, lees Quote.”

Maar net als de keizer uit het sprookje hebben deze rijken geen kleren aan. Wat hun vermogen heet zit in de constructies waarvan ze zeggen eigenaar te zijn. Maar wat zijn die constructies? Waaruit bestaat hun zogenaamde eigendom? Is er nog een legitieme grond van hun ‘private eigendom’?

Dat zijn de fundamentele vragen die de macht van Big Tech moeten ontmantelen.

Dat veel mensen autonomie en onafhankelijkheid verwarren, dat maakt de discussie over hoe we ons tot de huidige staat van de wereldeconomie hebben te verhouden er niet helderder op. Mensen en ook staten die terecht autonomie nastreven denken dit te bereiken door onafhankelijkheid van andere mensen of staten na te streven, een doel dat alleen dan bereikt is wanneer je alleen over bent gebleven. Maar of dat het doel is waarnaar we moeten streven?

Wat is een voetbalcompetitie als er maar één club over is? zou Hans zeggen.

Referenties

Annelien de Dijn (2021). Vrijheid, een woelige geschiedenis. Oorspronkelijk In het Engels als Freedom, an unrule history (2020). Nederlandse vertaling bij Alfabet Uitgevers, 2021.

H.M.A. over de Linden en C.M.J. Ryngaert (2022). Confiscatie van Russische eigendommen met het oog op de wederopbouw van Oekraïne: juridische mogelijkheden. In: O&A, nr. 2, juli, 2022.

Karl Marx (1844). Zur Judenfrage. Opgenomen in de Uitgave van de Deutsch-Französische Jahrbücher, uitgegeven door Arnold Ruge en Karl Marx, Paris 1844.

Daminaan H.M. Meuwissen (1982). Recht en vrijheid. Inleiding in de rechtsfilosofie. Uitgeverij Het Spectrum, 1982.

Reijer Passchier (2024). De vloek van Big Tech. De juridisch technologische wortels van constitutioneel verval en digitaal feodalisme. Uitgeverij Boom, 2024.

Whittaker, Meredith, The Steep Cost of Capture (2021). Meredith Whittaker. 2021. The steep cost of capture. interactions 28, 6 (November – December 2021), 50–55. https://doi.org/10.1145/3488666, Available at SSRN: https://ssrn.com/abstract=4135581