“Lupus est homo homini” (Plautus, 200 v. Chr.)
Dit stuk bevat scenes van verontrustend grensoverschrijdende aard. Ouderlijk toezicht en volwassen inzicht wordt aanbevolen.
De Braam
Bert was op bezoek en het gesprek leidde ons op een gegeven moment naar de braam. Of hij ook meer last had van bramen op zijn erf dan pakweg 25 jaar geleden, vroeg ik. (Hij moest van het waterschap een slootje onderhouden, maar kon daar moeilijk bij vanwege de overdadige groei van bramen aan de kant van de buren). Nou dat weet ik niet, was zijn antwoord, maar ik zie wel steeds vaker een variant die ik vroeger niet zag. Het blad is wit aan de onderkant en de stekels zijn ook anders. “Het is een exoot”, zei hij met de stelligheid van de kenner. Wat hem opviel is dat er steeds vaker bramen in de bossen voorkomen. En dat komt door de stikstof? opperde ik. Ja zeker, dat is stikstof. Die braam hoort niet in de bossen. De door Bert bedoelde ‘exoot’ is vermoedelijk de koebraam (rubis ulmifolius Schott, iepbladig). Kenmerk: bladsteel met 5-15 kromme stekels; onderzijde bladeren wit tot zilvergrijs. (zie rubus-nederland.nl). Maar waarom “een exoot”?
Een organisme wordt als exoot (‘uitheems’, niet ‘inheems’) beschouwd in een bepaald gebied wanneer deze zich in dat gebied gevestigd heeft en voor een bepaald jaar ergens in het verleden niet in dit gebied voorkwam. Voor planten wordt de grens tussen ‘inheems’en ‘uitheems’ gelegd in het jaar 1825. Ik heb niet kunnen vinden waarom 1825. We moeten dus in het verleden duiken om te bepalen of een plant een exoot is. Sommige mensen hechten daar een waardeoordeel aan: exoten zijn vreemd, ze horen hier niet.
Dat Bert de koebraam ‘exoot’ noemt komt vermoed ik vanwege het feit dat deze braamsoort nieuw is in het midden van het land. De herkomst lijkt het Middellandse Zeegebied te zijn. Verspreiding: “West- en Zuid-Europa, noordelijk in Nederland tot aan de Rijn”.
De Wolf
“Maar iets anders, hebben jullie hier al wolven?” vraagt onze ecoloog. Marion meent zeker te weten er één gezien te hebben. Ergens in een weiland in de buurt. “Was het geen herdershond?” Niemand heeft hier in de buurt een herdershond. Bert vindt het wel mooi dat de wolf weer terug is in Nederland. “Maar die arme schapenboeren dan?”, vraag ik. Die moeten maar afrasteringen maken. We moeten leren leven met de wolf, vindt hij. Dat beest hoort hier thuis. Nou, Tiny van de spingroep van Marion vertelde dat de wolf in Nederland was uitgezet. Mensen hadden gezien hoe ze in een VW-busje ‘van achter de paal’ de grens over waren gekomen en uitgezet. “Geloof ie dat echt?” had Marion gevraagd. Ja hoor. Marion: “Ie bent een Wolvenwappie!”
De wolf is vermoedelijk zelf aan komen lopen en niet met een VW-bus uitgezet zoals de immigranten, arbeiders uit Polen, Roemenie en Bulgarije, die bij ons de glasvezel aangelegd hebben voor miljardair Wessels uit Rijssen. Wat bezielt de wolf om naar Nederland terug te keren? Wat trekt hem aan? Of is hij ergens voor gevlucht? Denkt de wolf het hier beter te hebben dan in Duitsland of Polen?
De Wageningen Environmental Research Group heeft in samenwerking met o.a. Het Institutuut Natuur en Bosonderzoek op verzoek van de Nederlandse regering een ‘factfinding study‘ naar de wolf in Nederland gedaan. (Jansman et al. 2021). Volgens het rapport is een exoot “een soort die middels menselijk handelen in een gebied voorkomt dat niet tot zijn natuurlijke verspreidingsgebied behoort.” Wat de auteurs onder menselijk handelen verstaan is niet duidelijk (Het vervoeren in VW-busjes neem ik aan wel, maar valt het houden van schapen, die het leven in een gebied aantrekkelijk maken voor de wolf, daar ook onder?) Op de vraag wat ‘natuurlijk’ is gaan de auteurs, wijselijk, voorbij. Maar kun je daar echt om heen? In de discussies in de media slaan voor- en tegenstanders van de wolf elkaar met het predikaat ‘natuurlijk’ om de oren. Volgens de Wageningse geleerden is de wolf geen exoot in Nederland. Hij is zelf aan komen lopen.
De wolf zoekt een territorium, een gebied waar het dier zich in een kleine populaties kan vestigen. Wáár de wolf zijn heil zoekt, dat is van vele factoren afhankelijk. In de woorden van de wetenschapper: “De populatiedynamiek is complex en van vele factoren afhankelijk.” Denk aan: de grootte van rustgebieden, beschikbaarheid van voedsel, aanwezigheid van vijanden en de populatiegrootte in een bepaald gebied. Ook speelt klimaat een rol. Ik ga dat hier niet allemaal uitspitten. In het kader van dit stukje is echter de volgende omschrijving van het begrip ‘territorialiteit’ interessant.
“Territorialiteit is een specifieke vorm van agressie die bepaald wordt door de relatie van het dier met een bepaalde plaats.” (p. 29).
Dat brengt me bij een bijzondere diersoort: de mens, en zijn strijd om ‘Het Beloofde Land’. Dat Beloofde Land is in de loop van de eeuwen naar beneden gehaald. De Renaissance maakte van de wereld een ‘oneindig arbeidsveld’ (Koyré) waarin aan de verwerkelijking van beloftes en idealen gewerkt moet worden. Tot de dood erop volgt.
De Jood
Wolven geloven niet in Goden. Volgens Thomas Hobbes is de mens voor zichzelf een God en voor de ander een wolf. De mens is een individualistisch familie- en kuddedier. Het meest onderscheidend kenmerk van de diersoort mens is dat het een taal heeft, verhalen maakt, schrijft en leest. De mens geeft zichzelf niet alleen door aan zijn nageslacht via de genen maar vooral via zijn technologie en zijn verhalen. Het dier mens beroept zich op historische rechten. Het samenleven in grotere leefgemeenschappen vindt gestalte in de vorm van naties. Territoria en omgangsregels tussen volken en naties worden vastgelegd in contracten, verdragen, wetten, afspraken, conventies, handvesten en declaraties.
“De populatiedynamiek is complex en van vele factoren afhankelijk.” Dit geldt niet alleen voor de braam en de wolf, het geldt in hoge mate voor de mens. Neem de ‘populatiedynamiek’ van de jood, wiens territorialiteit meer dan voor enig andere diersoort bepaald wordt door de relatie van deze soort met een bepaalde plaats. “Het verlangen naar een thuisland heeft de eeuwen door in Joden geleefd.” (Van Agt 2009).
Voor het joodse geslacht heeft dit verlangen religieuze trekken aangenomen toen volgens het Bijbelverhaal God de stamvader, de Ur Abraham, een land in het vooruitzicht stelde waar zijn volk rust kon vinden en van waaruit het zich kon voortplanten over de hele aarde. Jakob, nazaat van Abraham, kreeg de naam Israël wat betekent ‘Hij die met God gestreden heeft’ of ‘God heerst‘. De belofte werd geconcretiseerd tot de idee van Het Beloofde Land, een metafoor, een ‘land van melk en honing’. Een niet bestaand land.
Een voorname factor die de ‘dynamiek’ van de joden in Europa bepaalde waren de religieuze wetten die golden in de streek waar ze zich hadden gevestigd. Zo mochten in West-Europa christenen volgens hun religie geen rente heffen op geldleningen. De joodse wetten stonden dit wel toe, en daar maakten de joden dankbaar gebruik van, waardoor ze vaak tot de meest welgestelde burgers behoorden. De oermenselijke neiging van de mens te begeren wat de ander begeert leidde tot roof en moord. De jood werd verbannen en moest op de vlucht naar veiliger oorden. Had de jood geen andere keus? Kon hij geen afstand doen van zijn geloof? Dat zou betekenen dat hij afstand zou doen van zijn volk, zijn familie, van zijn historische banden met Gods volk. Natuurlijk waren er joden die dat deden. Vaak uit economische overwegingen zoals de ouders van de fysicus Hertz, de ouders van Karl Marx, of om morele, intellectuele, redenen, zoals Otto Weiniger. Hitler trok zich weinig aan van dergelijke motieven. Voor hem gold: eens een jood, altijd een jood en die horen hier niet. (zie Bronnen en noten.)
In de 19de eeuw werd het beloofde land door de joodse journalist Theodor Herzl (1860-1904) geconcretiseerd in de idee van Der Judenstaat, “Versuch einer modernen Lösung der Judenfrage” (1896). De zionistische joden kozen in meerderheid voor Palestina. Daar zouden de joden van de hele wereld hun thuisland vinden. Volgens Herzl, de oprichter van het zionisme, zouden de joden in Palestina een einde maken aan de daar heersende ‘barbarij’, de arabieren zouden voor de joden kunnen werken op het land. (Zie ook de referenties op de uitgebreide Wikipedia pagina, item: Theodor Herzl.)
Volgens de ex-premier van Nederland A.A. van Agt heeft de Britse regering een zeer dubieuze rol gespeeld als het gaat om de verdeling van rechten in Palestina. Terwijl ze een mandaat had over Palestina werd in 1917 door London de Balfour-verklaring uitgegeven waarin de Britten de joden beloofden zich te beijveren voor een nationaal tehuis voor het Joodse volk.
De letterlijke tekst van de Balfour declaractie is:
“His Majesty’s Government view with favour the establishment in Palestine of a national home for the Jewish people, and will use their best endeavors to facilitate the achievement of this object, it being clearly understood that nothing shall be done which may prejudice that civil and religious rights of existing non-Jewish communities in Palestine, or the rights and political status enjoyed by Jews in any other country.”
De rechten van de Palestijnse inwoners zouden worden gerespecteerd. Wat is het probleem dat van Agt met de Britse opstelling had?
In 2017, 100 jaar na de Balfour declaratie, schreef Judea Pearl (professor Computer Science and Statistics van UCLA Californië en voorzitter van de Daniel Pearl Foundation, genoemd naar zijn zoon die vermoord werd door Al Qaida tijdens zijn werk als journalist in Afghanistan) een artikel in het Jewish Journal waarin hij met instemming Balfour citeert die in de introductie van Nachum Sokolow’s boek, “History of Zionism, 1600-1919″, een boek dat twee jaar na de declaratie verscheen, schrijft:
“De positie van de Joden is uniek. Voor hen zijn ras, religie en land met elkaar verbonden, zoals ze bij geen enkel ander ras, geen andere religie en geen ander land op aarde met elkaar verbonden zijn. … Bij geen enkele andere religie is de ontwikkeling ervan in het verleden zo nauw verbonden met de lange politieke geschiedenis van een klein territorium ingeklemd tussen staten die veel machtiger zijn dan het ooit zou kunnen zijn; bij geen enkele andere religie zijn haar aspiraties en hoop, uitgedrukt in taal en beelden, voor hun betekenis zo volkomen afhankelijk van de overtuiging dat alleen vanuit dit ene land, alleen door deze ene geschiedenis, alleen door dit ene volk, volledige religieuze kennis mogelijk is. verspreid over de hele wereld.”
Balfour wijst hier op de bijzondere status van het volk van Israël. Volgens Pearl begreep Balfour beter dan wie ook de essentie van het Joodse volk, beter dan die historici voor wie “Zionism is a 19th century invention that started with Theodor Herzl in 1896 and ended with the Six-Day War of 1967.”
Volgens Pearl kan het Palestijnse volk geen rechten op een inheemse status in Palestina claimen op louter genetische en geografische gronden. Hij stelt …
“… dat de diepste indruk van de Balfour verklaring op het bewustzijn van de wereld het universele begrip is geweest dat de essentie van indigineiteit cultureel en intellectueel is, en niet genetisch of geografisch.”
Kortom wat Judea Pearl hiermee bevestigt is de idee van de unieke historische positie van het Joodse volk. Aan de combinatie van ras, religie, en de historische, religieuze relatie tot het beloofde land ontlenen de joden hun identiteit en bijzondere rechten in ‘Eretz Israël’.
Ik verwijs verder voor de historische details naar het goed gedocumenteerde werk van de ex-premier van Nederland A.A. van Agt Een schreeuw om recht (Van Agt 2009) en naar het Clingendaal rapport (van Veen & Batrawi 2018)
In 1948 werd de staat Israël uitgeroepen. Sinds 1967 houdt Israël de Westelijke Jordaanoever en de Golanhoogten bezet en deels onder zijn bestuur.
“Sinds Ben Goerion hebben successievelijke Israëlische regeringen zich op het standpunt gesteld dat gedwongen en massale verplaatsing van de Palestijnse bevolking moreel aanvaardbaar en existentieel noodzakelijk is. De ‘New Israeli Historians’, zoals Benny Morris en Ilan Pappé, hebben dit overtuigend aan het licht gebracht.” (Van Veen & Batrawi 2018, voetnoot 10, p.2)
De Israëlische regeringen, waaronder die van de huidige prime minister Netanyahu hebben zich nooit iets gelegen laten liggen aan internationale verdragen en humanitaire afspraken. Zo weigerde Netanyahu de Oslo-akkoorden uit te voeren.
Rabin, Clinton en Arafat, tijdens ondertekening Oslo-akkoord 13 september 1993 (bron: Wikipedia, Door Vince Musi / The White House – gpo.gov )
Volgens de VN en de juridische ‘communis opinio’ bezet Israël de Gazastreek en de Palestijnse gebieden in de Westoever. Maar Israël, de bullebak van het Midden-Oosten, komt er mee weg, omdat zowel de VS als Egypte en de landen van de EU inclusief Nederland, hun kop in het zand steken. De onderdrukking van de Palestijnse bevolking wordt oogluikend toegelaten. ‘De schreeuw om recht’ en de brief J’accuse van Van Agt aan de Nederlandse regering en het parlement, waarin hij opkomt voor de rechten van het Palestijnse volk, heeft geen invloed gehad op de stellingname van de Nederlandse regeringen. Ook de huidige regering olv de VVD-er Rutte staat nog steeds vierkant achter Israël. Niet alleen wijst ze op het recht van Israël zich te verdedigen, dat behoeft immers niet gezegd te worden. Het verklaart stilzwijgend de Israëlische politiek, inhoudende het isoleren en treiteren van de Palestijnse bevolking door Israël, te steunen.
“Israël claimt dat de Geneefse Conventies (over humanitair recht in tijden van een gewapend conflict) niet van toepassing zijn op de Westelijke Jordaanoever en Gaza. Als gevolg hiervan zou er geen sprake zijn van militaire bezetting. Israël baseert zijn argumentatie grotendeels op de stelling dat er geen ‘soeverein’ over deze gebieden heerste toen Israël ze veroverde (de Blum-Shamgar thesis). De internationale juridische ‘communis opinio’ verwerpt deze lezing van de Geneefse Conventies echter omdat Israël ten tijde van verovering in ieder geval niet de soevereiniteit over deze gebieden genoot, en omdat ze gewapenderhand werden ingenomen. Zie: Meron, T., ‘The West Bank and international humanitarian law on the eve of the fiftieth anniversary of the six-day war’, The American Journal of International Law, Online: doi: 10.1017/ajil.2017.10, 2017. ” (Van Veen & Batrawi 2018, p. 3).
Ook hier zien we weer dat het de bijzondere ‘unieke’ historische status van het joodse volk en de ‘barbaarse, ongeorganiseerde’, status van de Palestijnse bevolking is waaraan de regering van Israel haar rechten op het land meent te ontlenen.
Waarom is een Fries geen Jood? Waarom is Friesland geen Israël, met Noord-Holland als Westbank en Schiermonnikoog als Gaza? Waarom hebben de Friezen, die zich in de loop der eeuwen overal over de wereld verspreid hebben, geen ‘synagoges’? Het antwoord is even simpel als complex: omdat de Fries niet in één God gelooft, zoals de Islamiet, de Christen, de Jood. De Fries worstelt niet met een God, die hem volgens de overgeleverde verhalen een heitelân Fryslân, en een wetboek: de Koran, de Tora, de Bijbel heeft gegeven, een heilige stem die hem voorschrijft wie er wel en wie er niet mag zijn.
Gepolitiseerde religies en Godsideeën
Zijn er nog mensen op deze aarde die niet getraumatiseerd zijn door de indirecte gevolgen van hun geloof? Vele getraumatiseerden zijn in naam van hun God door hun regeringen misbruikt als kanonnenvoer om te strijden voor de eer van hun land, of ze zijn door hun aristocratische leiders gegijzeld geworden. Hun leed en pijn wordt beschouwd als noodzakelijke ‘collateral damage’. Ze zijn de offers in de strijd om de macht. Soms neemt de getraumatiseerde als een ‘lonely wolf’ de wapens ter hand om verblind door woede en wraak wild om zich heen te schieten. Hij (of zij) heeft niet kunnen wachten op de Verlossing van het Beloofde Land.
De geschiedenis van het Joodse volk samengebald in de geschiedenis van de staat Israël (‘die worstelt met God’) is een tragedie van ongekende omvang. Schopenhauer zag in de tragedie: ‘De macht van het toeval en de dwaling, de ondergang van de rechtvaardigen en de triomf van de kwaadwilligen.’ (citaat uit: Marek van der Jagt, Otto Weininger, of bestaat de jood?)
(23 oktober 2023)
De strijd tussen Israël en de Palestijnen is voor de zoveelste keer geëscaleerd nadat de terreur-organisatie Hamas vele honderden burgers heeft vermoord en gegijzeld en vanuit Gaza doelen in steden heeft beschoten. De regering van Netanyahu neemt met ongekend geweld tegen de inwonders van Gaza wraak op de Palestijnse bevolking. De recente uitbarsting van Hamas is één in een reeks van opstanden van de onderdrukte volkeren tegen de ondemocratische religieuze leiders van de Arabische staten én van Israël.
De braam, de wolf en de jood. Drie verschillende wijzen waarop het leven uitdrukking geeft aan de territorialiteit, die specifieke vorm van agressie die bepaald wordt door de relatie van het leven tot een bepaalde plaats. De geschiedenis zoals die verhaald wordt en beleefd neemt in de ontwikkeling van de levensvormen een steeds voornamere plaats in. Bij de overgang van dier naar mens is het aanvaarden van de historiciteit een bepalende factor voor de toekomst van het leven in een wereldgemeenschap waarin verschillende culturen met onderling respect voor hun waarden samenleven. Daartoe zal de mens het verleden als verleden moeten aanvaarden en niet als een te herhalen vroeger, waaraan het absolute rechten ontleent. Voor de joodse mensen in het bijzonder lijkt dit door het verabsoluteerde, religieuze ‘unieke’ karakter van de historische band met het land Israël een moeilijke opdracht te zijn.
Tot slot: de functie van de religie
In een commentaar vroeg Marion of die religie niet gebruikt wordt door “de relies”, zoals alles tegenwoordig functioneel wordt gezien. Is religie nuttig, functioneel? Geloven ze echt of voeren ze het op omdat ze dat te pas komt? Misschien is dat wel het wezen van de religie, een historische constructie die functioneert in naam van de machthebbers die hun macht ontlenen aan een “niet bestane” Hogere Macht. Maar waarom willen ze die macht? Macht omwille van het behoud van de macht. Wie zei dat ook alweer?
Bronnen en noten
Dries van Agt (2009). Een schreeuw om recht – de tragedie van het Palestijnse volk. Derde druk 2009, De Bezige Bij, Amsterdam.
Erwin van Veen & Samar Batrawi (2018). Wie wind zaait zal storm oogsten: bezetting en de staat Israël. RCRU Policy Brief. Netherlands Institute of International Relations, december 2018.
Marek van der Jagt (pseudoniem van Arnon Grunberg) (2005). Otto Weininger of Bestaat de jood? Stichting Maand van de Filosofie, 2005.
Jansman, H. A. H., Mergeay, J., van der Grift, E. A., de Groot, G. A., Lammertsma, D. R., Van Den Berge, K., Ottburg, F. G. W. A., Gouwy, J., Schuiling, R., Van der Veken, T., & Nowak, C. (2021). De wolf terug in Nederland: Een factfinding study. (Rapport / Wageningen Environmental Research; No. 3107). Wageningen Environmental Research. https://doi.org/10.18174/553564
Otto Weininger (1903/1920). Geschlecht und Charakter – eine prinzipelle Untersuchung. 19de druk, Wien/Leipzig, 1920.
“Dieses Buch unternimmt es, das Verhältnis der Geschlechter in ein neues, entscheidendes Licht zu rücken.” (voorwoord, eerste druk).
Een anti-semitisch en anti-feministisch boek, dat als proefschrift werd ingediend. Freud vond het maar niks. Wittgenstein vond de inhoud geniaal, maar was het er niet mee eens.
Otto Weininger (1984). Geslacht en karakter: een principieel onderzoek, (Vert. Tineke Davids) Amsterdam, De Arbeiderspers, 1984.
De Weense jongeling Otto Weininger bekeerde zich tot het protestantisme. Hitler had zoveel bewondering voor Weiningers joodse rassen-theorie dat het verhaal gaat dat hij hem als de enige goede jood beschouwde. Weininger pleegde echter in 1903 op 23-jarige leeftijd zelfmoord. Het is niet bekend of deze daad het oordeel van Hitler heeft beïnvloed. Otto’s vader zou een anti-semitische jood zijn. Weininger pleegde zelfmoord.
Zelfmoord was overigens in de mode in het Wenen van het eind van de 19de en het begin van de nieuwe 20ste eeuw. Volgens Grunberg was Weininger verstrikt geraakt in het onderscheid tussen het creëren van kunst en het creëren van een persoonlijke identiteit.
“Geniaal is een mens te noemen, wanneer hij in een bewust verband met heel de wereld leeft. Pas het geniale is dus eigenlijk het goddelijke in de mens“. (Otto Weininger)
Voor veel meer over het enfant terrible Otto Weininger en zijn invloed op Wittgenstein zie mijn blog Henide – de oorspronkelijk eenheid van het mannelijk en het vrouwelijke.
Heinrich Hertz en Adolf Hitler
In 2007 herdacht Duitsland het 150ste geboortejaar van de fysicus Heinrich Hertz. De natuurkundige eenheid voor het aantal trillingen per seconde is naar hem genoemd. Verschillende media besteedden er aandacht aan. Ook de Duitse ZDF. Op de internetsite van deze televisieomroep stond te lezen:
“Da Heinrich Hertz Jude war, wurde sein Name in der Nazizeit getilgt.”
Deze bewering is slechts deels waar. Wanneer gesteld wordt: “Omdat Heinrich Hertz joods was, werd zijn naam tijdens het nazi-tijdperk verwijderd.” dan verwijst de term “joods” hierin naar het ‘joodse ras’ en niet naar de religie. De wetten van de Nazis classificeerden de mensen naar hun ras.
De bewering dat Hertz jood was klopt niet. Heinrich Hertz beschouwde zich niet als joods. De vader van Heinrich was op zevenjarige leeftijd samen met verschillende familieleden al in 1838 protestants geworden. Zelfs gegoede burgers, zoals de familie Hertz, hadden als ze jood waren, minder burgerrechten dan protestanten. Heinrich zelf trouwde met een protestants meisje. De familie Hertz had het joodse geloof achter zich gelaten. Toch werd de naam Heinrich Hertz in de nazi-tijd verbannen. Straten en instellingen die naar hem waren vernoemd kregen een nieuwe naam. Men overwoog zelfs de natuurkundige eenheid Hz voortaan te lezen als Helmholtz in plaats van Hertz.
Hitler wilde het joodse ras uitroeien en daarmee trof hij niet alleen de religieuze jood.
Wolff, Stefan (2008). Juden wider Willen – wie es den Nachkommen des Physikers Heinrich Herz im NS-Wissenschafsbetrieb erging. In: Jüdische Allgemeine, 04-01-2008.